Troggen

Topic gezien door 4822 bezoekers
Gestart door jones, do 14 aug 2014 - 18:13

Vorige topic - Volgende topic

0 Leden en 1 gast bekijken dit topic.

jones

Ik heb een vraagje over troggen. Bekijk onderstaand kaartje van het KNMI (Satrep). Wat is het verschil tussen een trog op 500 hPa en een gewone trog (de blauwe lijnen)? Over welke hoogte strekt een gewone trog zich dan uit en hoe ontstaan die (waarom zijn er hier bv. zo veel, vallen deze normaal gezien niet samen met de trog-as)?

Dan nog een vraagje: ik lees veel dat troggen op grote hoogte gepaard gaan met koude lucht. Over welk soort trog gaat het dan? Welk soort trog triggert buien en gebeurt dit door koude lucht op hoogte of doordat de lucht er zich opstapelt en gedwongen wordt om te stijgen? Of beide?

Alvast bedankt voor de hulp!!


zorba

Hier in ieder geval een stukje over Troggen (uitleg op de site van Johann)
Onweersdagen 2013: 29 | 2014: 39 | 2015: 30 | 2016: 26 | 2017: 17 | 2018: 13 | 2019: 17 | 2020: 10 | Onweersdagen 2021: 0

dondertje127

Het zijn blauwe zee(t)roggen :P

Marsel

Ha Jones,

Allereerst dank voor je PB. Ik had dit topic gemist. Bij deze dan hopelijk een bevredigend antwoord.
Ik snap overigens de verwarring. Immers, de principes betrokken bij het generen van weersverschijnselen zijn bij grondtroggen aanmerkelijk anders dan bij hoogtetroggen.

Maar goed, bij het begin beginnen.
Grondtroggen zijn in principe gebieden waar de isobaren een uitstulping vertonen gezien vanuit het laag. Eigenlijk zijn het dus uitlopers van lagedrukgebieden. Zoals je wellicht weet waait de wind nabij sfc niet volledig evenwijdig aan de isobaren agv wrijving. Er treedt zogenaamd transport over de isobaren op. Dit proces kan worden versterkt of verzwakt door de stabiliteit van de grenslaag en/of de mate van kromming van de isobaren.
Als je een grondtrog in gedachte neemt en je zou er windjes bij gaan tekenen inclusief transport over de isobaren (gemiddeld een 20-30 graden) dan zul je zien dat in de as van een dergelijk fenomeen convergentie optreedt. Het is juist deze convergentie die er voor zorgt dat buien getriggerd kunnen worden.

Grondtroggen kunnen op heel veel manieren ontstaan, zowel thermisch als dynamisch gedreven. De blauwe troggen in jouw voorbeeld zijn grondtroggen. Hoogtetroggen (de rode lijn over de UK) zijn namelijk aanmerkelijk grotere systemen en beïnvloeden het weer op synoptische- en zelfs op mondiale schaal. Bovendien zullen het er daardoor nooit zo veel kunnen zijn op de schaal van jouw plaatje. Heel mooi om te zien is overigens de opgelijnde convectie langs de grondtroggetjes.

Tot zover is het duidelijk denk ik.
Echter, hoogtetroggen vragen iets meer verbeelding aangezien weersverschijnselen bij hoogtetroggen op andere manieren worden getriggerd.
In principe worden hoogtetroggen (en -ruggen) zichtbaar in de vorm van uitslagen/golven in het isohypsenpatroon in de bovenlucht. De wind op hoogte waait vrijwel parallel aan deze hoogtelijnen (geen wrijving). Aangezien isohypsen de absolute hoogte van bijvoorbeeld het 500hPa vlak aangeven wordt de uitslag en verplaatsing van deze golven voor een deel bepaald door de positie en het uitstromen van warme en koude luchtmassa's. Immers, het 500hPa vlak ligt over het algemeen lager aan de polaire kant van het polaire front dan aan de (sub)tropische kant. Op mondiale schaal worden op het NH dergelijke golven (ook wel Rossby-golven) veroorzaakt door oa de Rocky mountains (agv behoud van PV).

Hoogtetroggen worden verscherpt door KA in bovenlucht aan de achterzijde, terwijl WA juist hoogteruggen kan opwerpen. Hoogtetroggen mogen we dus zien als zuidwaarts gerichte uitslagen in de isohypsen en dus eigenlijk lobben kou die zich zuidwaarts uit hebben gebreid. Langgolvige hoogtetroggen gaan dan ook, en dat geef je zelf al aan, ten alle tijden gepaard met koudere bovenluchten. Soms is KA aan de achterzijde van een hoogtetrog zodanig sterk dat polaire luchtmassa's ver naar het zuiden uitstromen en de verscherping zodanig ver wordt doorgevoerd dat er op hoogte afsnoering plaatsvindt. Een ULL is dan geboren.

Onder de hoogtetrog zelf vinden we dus veelal koude bovenluchten en polaire luchtmassa's terug en kunnen buien, onder de juiste omstandigheden, zonder verdere forcering vanaf de grond of het water (indien warm genoeg) vrij gemakkelijk ontstaan. De afgelopen dagen zijn een mooi voorbeeld daarvan. We zijn immers constant onder invloed van een grootschalige hoogtetrog met koude bovenluchten.
Anderzijds vinden we in de opgaande tak, dus voor de hoogtetrog uit, vaak WA regimes terug. Mooi voorbeeld is natuurlijk de Spaanse pluim waarbij aan de voorzijde van een ver uitgezakte hoogtetrog warmte ver naar het noord wordt gevoerd.

Er speelt echter nog meer.
Immers, hoogtetroggen hebben de eigenschap om zelfs nog voordat het systeem zelf overhead ligt weersverschijnselen te triggeren. Dit dan agv PVA (Positieve VorticiteitsAdvectie) stroomafwaarts van de trogas. Even kort door de bocht kun je stellen dat hoe scherper de hoogtetrog en hoe sterker de bovenstroming (het gaat immers om advectie) des te sterker PVA gebieden aan de voorzijde zullen zijn, dit veelal agv krommingsvorticiteit. Het verhaal van vorticiteit en hoe dit invloed heeft op bovenluchtdivergenties en stijgbewegingen zal ik later nog eens in een ander topic plaatsen. Maar voor nu moet je dat maar even aannemen.

Je kunt je dan dus voorstellen dat aan de voorzijde van hoogtetroggen (vooral in het gebied waar de cyclonale kromming overloopt naar relatief 'rechte' isohypsen) optilling agv PVA plaatsvindt. Dit geldt voor zowel langgolvige- als kortgolvige hoogtetroggen. Deze laatste, de kortgolvige systemen, trekken regelmatig als het ware langs de randen van de langgolvige trog en zorgen voor tijdelijke opleving van buien, soms tegen de dagelijkse gang in. Dit zijn de zogenaamde 'rimpelingen in de bovenlucht' waar nog wel eens over gesproken wordt.

Hoogtetroggen zijn ook in staat om, wanneer ze inlopen op het polaire front, dat systeem te doen golven en lokaal weer te activeren, vooral nabij golftoppen vaak compleet met gesloten kernen van lagedruk.

Zoals je ziet zijn beide systemen, zowel grondtrog als hoogtetrog, in staat om 'weer' te generen maar dan wel op compleet andere manieren.

Onderstaande kaart maakt wellicht eea wat duidelijker. In rood de as van de hoogtetroggen (knikken in de isohypsen) en in blauw de grondtroggen (knikken in de isobaren). De trog over de UK mag als de as van een langgolvige hoogtetrog gezien worden, terwijl de anderen er als kortgolvige verstoringen langs lopen.
Als er verder vragen zijn hoor ik het graag.

Johann

Dank je Marsel, ik had de vraag op het forum ook gemist en kreeg ook een PB. Helaas geen tijd gisteren voor nadere uitleg op dit moment dus bedankt voor jou inbreng (scheelt me weer)  :-) Overigens heldere uiteenzetting, had dit niet beter kunnen doen.  :P  Meteen ook maar even opnemen in mijn "Meteo Blog"en Topic "Leerschool  :D

Marsel

Citaat van: Johann op di 19 aug 2014 - 10:35
Dank je Marsel, ik had de vraag op het forum ook gemist en kreeg ook een PB. Helaas geen tijd gisteren voor nadere uitleg op dit moment dus bedankt voor jou inbreng (scheelt me weer)  :-) Overigens heldere uiteenzetting, had dit niet beter kunnen doen.  :P  Meteen ook maar even opnemen in mijn "Meteo Blog"en Topic "Leerschool  :D

No problem, heb alleen nog wel meerdere kleine aanpassingen en toevoegingen gedaan.

Wat mij betreft nu wel bruikbaar voor de leerschool of andere doeleinden. Zolang de bron maar genoemd wordt.

jones

Citaat van: Marsel op di 19 aug 2014 - 10:49
No problem, heb alleen nog wel meerdere kleine aanpassingen en toevoegingen gedaan.

Wat mij betreft nu wel bruikbaar voor de leerschool of andere doeleinden. Zolang de bron maar genoemd wordt.
Zoals ik dacht behoorlijk ingewikkelde materie maar zeer helder uitgelegd waarvoor nogmaals erg bedankt! Hierdoor is een heleboel duidelijk geworden :) Wat ik me dan wel afvraag is wat het onderscheid is tussen een convergentielijn en een grondtrog... Ik zou denken dat beide voor convergentie van lucht aan de oppervlakte zorgen met mogelijke triggering van buien tot gevolg, vanwaar dan het onderscheid (o.a. qua symboliek bv. op onderstaand kaartje)?

Marsel

Citaat van: jones op di 19 aug 2014 - 22:49
Zoals ik dacht behoorlijk ingewikkelde materie maar zeer helder uitgelegd waarvoor nogmaals erg bedankt! Hierdoor is een heleboel duidelijk geworden :) Wat ik me dan wel afvraag is wat het onderscheid is tussen een convergentielijn en een grondtrog... Ik zou denken dat beide voor convergentie van lucht aan de oppervlakte zorgen met mogelijke triggering van buien tot gevolg, vanwaar dan het onderscheid (o.a. qua symboliek bv. op onderstaand kaartje)?

Een convergentielijn zoals in je voorbeeld aangegeven, is inderdaad niets anders dan een grondtrog veroorzaakt door thermische achtergronden.
De meeste zomerse warme sector convergentielijnen liggen dan ook veelal in een thermische vore. Deze 'uitloper van lagedruk' wordt veroorzaakt door grootschalige stijgbewegingen in de onderste km's (eigenlijk het uitzetten van de luchtkolom) gecombineerd door uitstroom op de midlevels agv sterke aanwarming boven land. Dit zorgt voor een verlaging van de luchtdruk aan de grond waardoor het lijkt alsof het laag een uitbreiding richting het vasteland vormt. De stroming in de onderste 1-2km passen zich aan de hernieuwde drukverdeling aan en zal in de as van de vore convergeren.
Volgens het zojuist beschreven principe (uitzettende kolom agv aanwarming en de daaropvolgende midlevel uitstroom) ontstaan overigens ook thermische laagjes.

De koud- en warmbloedige symboliek is inderdaad anders maar is louter een middel voor de meteoroloog om het eea te duiden. De principes als het gaat om buientriggering zijn namelijk in beide luchtsoorten vergelijkbaar (convergentie en dus optilling). Duidelijk anders is uiteraard de ontstaansgeschiedenis. En bovendien loopt convectie langs een convergentielijn in de warme lucht vaak vele malen verder uit de hand dan in de koude luchtmassa's.

Powered by EzPortal