Watersnoodramp 1953

Topic gezien door 1862 bezoekers
Gestart door Jan van Ooijen, do 31 jan 2013 - 13:44

Vorige topic - Volgende topic

0 Leden en 1 gast bekijken dit topic.

Jan van Ooijen

Watersnoodramp 1953

De stormvloed, die ons land in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 trof, was de ergste ramp van de 20e eeuw. De overstromingen hebben aan 1836 mensen en tienduizenden dieren het leven gekost. De meeste slachtoffers vielen in het zuidwesten maar ook op Texel en in Engeland werd een verbeten strijd geleverd tegen het water. Een ongelukkige samenloop van omstandigheden zwiepte het water tot ongekende hoogten. Een bijzonder zware noordwester, met het ergste stormveld over de volle lengte van de Noordzee, bereikte tijdens astronomisch hoogwater (wanneer het water toch al het hoogst komt) de kust. Wat lang niet iedereen weet is dat naast Zeeland en Zuid-Holland ook de Texelse dijken niet bestand bleken tegen het wassende water. In polder de Eendracht brak op 1 februari de dijk en zes personen van een groep toegesnelde vrijwilligers vonden daarbij de verdrinkingsdood.


Vereenvoudigde weerkaart van zaterdag 31 januari 1953 13h00

Weerkundigen hadden de storm de avond tevoren in de peiling. In de loop van 31 januari, daags voor de ramp, werd duidelijk dat ons land aan de vooravond stond van een catastrofe. De depressie, die recht op ons afkwam, veroorzaakte bij Schotland een orkaan met windstoten van 180 km/uur. 's Ochtends waarschuwde de stormvloedwaarschuwingsdienst op advies van het KNMI voor flink hoog water. 's Middags werd de waarschuwing opgevoerd tot gevaarlijk hoog water, volgens de toenmalige procedures de hoogste staat van alarm die mogelijk was. De Bilt wilde nog verder gaan, maar de bewoordingen schoten tekort. Bovendien ging de radio 's nachts uit de lucht. Pogingen om de zenders aan de praat te houden mislukten.

Geruime tijd woedde een zware tot zeer zware storm (windkracht 10 tot 11). In het noordwesten werden windstoten gemeten van 144 km/uur. In de Zeeuwse wateren bereikte de storm kort voor middernacht zijn hoogtepunt. Vlissingen kreeg toen te maken met de grootste opwaaiing, zo'n 310 cm boven normaal. Halverwege de nacht, tijdens springtij, kwam het water tot 455 cm boven NAP. De dijken konden dat niet aan.



De wanhopige bevolking kreeg zondagmiddag nog een tweede vloed te verwerken, waardoor het water nog hoger kwam. Velen die de eerste vloedgolf hadden overleefd verdronken of dreven op daken waarnaar ze gevlucht waren. De storm en de waterberg die daarvan het gevolg was is naar de mogelijkheden van begin jaren vijftig goed voorspeld. Tegenwoordig zijn de verwachtingen dankzij de computerberekeningen een stuk gedetailleerder. Uit naberekeningen met de gegevens van '53 door de huidige computers blijkt dat de komst van zo'n storm vandaag de dag zo'n drie of vier dagen tevoren zichtbaar wordt op de weerkaarten. Op een termijn van 48 uur tevoren is tot in de kleinste details aan te geven hoe hard het gaat waaien.

Derekenmodellen geven ook nauwkeurig aan hoe hoog het water dan komt. Het KNMI waarschuwt de bevolking en overheidsdiensten in zo'n situatie, bij windkracht 10 of meer, tegenwoordig door middel een waarschuwingssysteem ingedeeld door middel van kleurcodes. In dit geval zou waarschuwingscode rood zijn uitgegeven, een Weeralarm voor zeer gevaarijk weer dat leidt tot grote overlast of ontwrichting van de samenleving.

KNMI
Enjoy the weather, it's the only weather you've got!

Powered by EzPortal