De (weer)geheimen van schrikkeldag

Topic gezien door 2541 bezoekers
Gestart door Jan van Ooijen, do 01 mrt 2012 - 13:30

Vorige topic - Volgende topic

0 Leden en 1 gast bekijken dit topic.

Jan van Ooijen

De (weer)geheimen van schrikkeldag

Dit jaar hebben we een schrikkeldag. Gisteren was het 29 februari, zodat maart vandaag een dag later op de kalender is verschenen. Waarom doen we dat ook alweer? En wat voor weer hebben we in het verleden zoal gehad rondom schrikkeldag? De meest interessante gebeurtenissen lichten we eruit.

Over as- en baandraaiingen, schrikkelsecondes en 30 (!) februari...
De mens houdt van regelmaat. Een etmaal duurt precies 24 uur en een jaar precies 365 etmalen. Althans... dat zouden we willen. De werkelijkheid is echter anders. De aarde draait niet in precies 24 uur om haar as, maar in 23 uur, 56 minuten en 4,091 seconden, gemiddeld althans. In die tijd is de aarde echter ook een stukje gevorderd in haar baan om de zon en moet daarom, om ten opzichte van de zon weer in precies dezelfde positie te komen als de dag tevoren, nog een klein stukje extra doordraaien. Voor dat extra stukje heeft de aarde 3 minuten en 55,909 seconden nodig, waarmee de 24 uur precies wordt vol gemaakt. Ook dit is een gemiddelde, want allerlei processen zorgen ervoor dat een etmaal niet altijd even lang duurt en ook draait de aarde niet met een constante snelheid om de zon. Simpel gezegd komt dat omdat de aarde niet in een zuivere cirkelbaan om de zon draait, maar een ellips volgt. Hoewel het tegenstrijdig lijkt, staan we in de winter iets dichter bij de zon en beweegt de aarde wat sneller in haar baan. In de zomer staan we wat verder van de zon af en vordert de aarde wat trager in haar baan. Het effect hiervan is vooral in de winter goed te merken. We gaan 'voorlopen' op de zon. De zon komt relatief later op en gaat later onder. Daardoor voltrekt het lengen van de dag zich dan vooral aan de avondzijde en blijft het 's ochtends nog 'lang donker'. Maar dat heeft niets met een schrikkeljaar te maken, dit effect treedt elk jaar op.



Onder invloed van de stroom geladen deeltjes die de zon voortdurend uitstoot (de zogenaamde 'zonnewind') en de getijdenkrachten die door de zwaartekrachtvelden van vooral de maan en de zon op onze planeet worden uitgeoefend, gaat de aarde steeds langzamer om haar as draaien. Dat is echter een zeer traag verlopend proces. Het duurt bijna 59 duizend jaar alvorens het etmaal één volle seconde langer duurt... Toch is zelfs tegenwoordig daarvoor een correctie nodig. Aan het eind van 30 juni of 31 december wordt daartoe een zogenaamde 'schrikkelseconde' aan het etmaal toegevoegd. Een atoomklok springt dan niet van 23:59:59 naar 00:00:00, maar eerst naar 23:59:60. Sinds 1972 zijn er zo 25 schrikkelsecondes geweest, de eerstvolgende zal op 30 juni 2012 worden ingevoerd. Daar hoeven we dus niet van wakker te liggen, maar het verschil op jaarbasis is een stuk groter. We voltooien met z'n allen niet in 365 etmalen één baantje om de zon, maar in werkelijkheid heeft de aarde hiervoor 365 etmalen, plus 5 uren, 49 minuten en nog eens 1,114 seconden voor nodig. En dat verschil is royaal groot genoeg om op te merken, in de loop van een mensenleven, als we hiervoor niet zouden corrigeren. Uiteindelijk zouden de seizoenen zelfs totaal gaan verschuiven. In tachtig jaar tijd zou het verschil namelijk al een kleine drie weken zijn geworden.

De oplossing is simpel. Eens in de vier jaar lopen we afgerond een etmaal uit de pas. We lopen dan dus één dag voor en leveren die dag weer in door aan februari een extra etmaal toe te kennen, de schrikkeldag, zodat 1 maart weer op het juiste tijdstip begint. Leuk bedacht, maar niet helemaal goed. Nu tellen we per jaar weer 10 minuten en 58,886 seconden te veel door. Dat is een veel kleiner verschil, maar zeker niet verwaarloosbaar. Voor dit kleinere verschil wordt gecorrigeerd door eeuwjaren die niet door 400 zijn te delen, géén schrikkeljaren te laten zijn. Zo hadden 1700, 1800 en 1900 dus géén 29e februari, maar 2000 weer wél. Ook met deze correctie zijn we er nog niet helemaal. Het kleine restant dat nu nog overschiet, zal in het jaar 4905 worden gecorrigeerd. In dat jaar komt er dus ook een 29e februari, zodat we dan twee schrikkeljaren na elkaar zullen hebben. De volgende correctie zal dan nodig zijn in het jaar 8228. Dat wordt een hele bijzondere. Die extra dag wordt dan namelijk aan een jaar toegevoegd dat al een schrikkeljaar is, zodat men dan zelfs een '30 februari' zal gaan meemaken!

Het weer rondom 29 februari
Het moge duidelijk zijn dat de natuur zich niets aantrekt van het feit of het na 28 februari 1 maart wordt, of eerst 29 februari. Als we bijvoorbeeld zouden zeggen dat we het na 28 februari opeens 1 juli laten worden, zal het echt niet opeens zomer zijn, buiten. Maar net als bij de andere dagen, worden er ook voor 29 februari weerrecords bijgehouden. Beperken we ons tot De Bilt en kijken we alleen naar de temperatuur, dan kunnen we zien dat zowel qua maximum- als gemiddelde temperatuur 29 februari 1904 de koudste schrikkeldag was, sinds het begin van de vorige eeuw, dus de éérste schrikkeldag in dat tijdvak was ook meteen de koudste. Het was een echte winterdag met een minimum van -6,3 graden, een maximum van -1,1 graad en een etmaalgemiddelde temperatuur van -2,3 graden. We zien op die dag dan ook een klassiek winters hogedrukgebied liggen met bij ons een oostelijke stroming. Vanaf 23 februari was het gaan vriezen en de kou bereikte aan het einde van de maand juist een hoogtepunt, met op 27 februari een maximumtemperatuur van precies 0,0 graden en een dag later van -1,3 graden. In maart bleef het aanvankelijk kil met maximumtemperaturen onder 5 graden en nog een aantal vorstdagen, maar vanaf 7 maart was de ergste kou uit de lucht en werd het overdag 8 ?  9 graden.



Was het op 29 februari 1904 dus koud met een minimumtemperatuur van -6,3 graden, het record staat op 29 februari 1924, toen het kwik in De Bilt naar -7,8 graden daalde. Bij stralende zonneschijn overdag, steeg het kwik tot iets boven nul (+1,4 graden). Feitelijk zat die schrikkeldag in een bijzondere periode gebed, want van 10 februari tot en met 21 maart, dus 41 dagen op rij, traden er louter vorstdagen op! Hoewel het maar tot drie ijsdagen kwam, beleefde men zo toch een unieke vorstreeks, zo laat in het seizoen. Het was een uitermate zonnige periode met in totaal 206,3 zonuren, vrijwel exact 5 uur gemiddeld per dag. De gemiddelde temperatuur over deze 41 dagen bedroeg 0,5 graden. Er werden 33,6 Hellmannpunten bijeen gesprokkeld en 149,6 vorstsompunten.

Het omgekeerde van 1904, zagen we rondom schrikkeldag in 1960. De temperatuur piekte toen naar 16,5 graden op 28 februari. De volgende dag werd het 15,2 graden, maar op die dag, 29 februari 1960, lag zowel de minimumtemperatuur met 6,9 graden en de gemiddelde etmaaltemperatuur met 11,6 graden, record hoog. De zachte lucht werd toen met zuidelijke winden naar ons land getransporteerd, aan de oostflank van een diepe depressie ten westzuidwesten van Ierland. Lang kon er trouwens niet worden genoten van deze lentevleug. Begin maart 1960 ging het kwik gestaag omlaag en een week later, op 8 maart, leek het opnieuw winter met een minimum van -4,5 graden, een etmaalgemiddelde van -1,5 graden en een maximum van slechts +1,8 graden. De warmste schrikkeldag sinds 1901 was trouwens die uit 1992. Op 29 februari werd toen een maximumtemperatuur van 15,7 graden in De Bilt opgetekend. De weerkaart toonde toen een typische 'lentecirculatie' met een hogedrukgebied boven centraal Europa, gevuld met relatief zachte lucht en in onze omgeving een zuidelijke stroming, aan de noordwestflank van dit hoog. Tot slot merken we nog op dat 29 februari 2000 de natste schrikkeldag was met 11,1 mm neerslag in De Bilt, en 29 februari 1932 de zonnigste, met in totaal 9,6 zonuren.

Bron Meteo Consult
Enjoy the weather, it's the only weather you've got!

Powered by EzPortal