KNMI neemt nieuw meetsysteem voor bliksem in gebruik

Topic gezien door 2408 bezoekers
Gestart door zorba, di 12 apr 2016 - 13:15

Vorige topic - Volgende topic

0 Leden en 1 gast bekijken dit topic.

zorba

KNMI neemt nieuw meetsysteem voor bliksem in gebruik

Niets zo fascinerend als onweer en bliksem maar bliksem hoort ook tot de gevaarlijkste weerfenomenen. Een blikseminslag kan ook veel schade veroorzaken en is het van groot belang om de bliksemactiviteit zo goed mogelijk te volgen. Het KNMI heeft deze maand een nieuw meetsysteem, Météorage genaamd, in gebruik genomen waarmee blikseminslagen beter dan ooit kunnen worden gemeten. Météorage, beheerd door een Frans bedrijf, is uitgerust met geavanceerde techniek op het gebied van het meten van blikseminslagen. Het Météorage systeem biedt een betere geografische dekking en een nauwkeurigere plaatsbepaling van inslagen dan het oudere Flits bliksemmeetsysteem dat het KNMI tot voor kort in gebruik had.

Het meetsysteem wordt ook in andere landen gebruikt zodat de bliksemactiviteit over een groot gebied beter vergelijkbaar is dan met het vorige meetsysteem dat alleen in Nederland en België werd gebruikt. Ook maakt het nieuwe bliksemmeetsysteem beter onderscheid tussen ontladingen die zich tussen de wolken voordoen en ontladingen die op aarde inslaan. Voor de veiligheid, de KNMI-weerwaarschuwingen en verzekeringsmaatschappijen en zijn met name de blikseminslagen van belang.

Bliksem ontstaat onder invloed van sterke verticale luchtstromen die zich meestal voordoen bij grote temperatuurverschillen in de atmosfeer. Daardoor wordt de onderkant van een wolk negatief geladen terwijl de bovenkant van de wolk een positieve lading krijgt. Die spanningsverschillen kunnen leiden tot bliksemontladingen. In een bliksemstraal wordt de lucht plotseling verhit tot ongeveer 30.000 graden Celsius waardoor de lucht snel uitzet. Dat veroorzaakt de donder die we daarna horen.


Bliksemactiviteit gemeten door Météorage (januari 2010 en oktober 2014). Zomer (mei-oktober; links), winter (november-april; rechts).
De kleuren correpsonderen met het aantal 10-minuten intervallen met minstens één blikseminslag binnen10x10 km (©KNMI)


Onweer komt vooral in de zomer voor. Dat blijkt ook duidelijk uit bliksemregistraties van het Météorage-systeem dat de afgelopen jaren parallel draaide naast het Flits bliksemmeetsysteem van het KNMI. Ook is goed te zien dat in de kustgebieden en boven zee veel minder inslagen voorkomen dan verder landinwaarts. Op enige afstand van zee neemt de onweersactiviteit sterk toe omdat 's zomers bij het binnendringen van minder warme lucht de buienvorming vaak pas landinwaarts goed op gang komt. Boven land is de lucht doorgaans warmer waardoor de verticale luchtstromen daar sterker zijn en er gemakkelijker onweersbuien kunnen ontstaan.

Waarnemingsreeksen van bliksem zijn echter nog betrekkelijk kort omdat de meeste meetsystemen nog niet zo lang bestaan. Het nieuwe bliksemmeetsysteem biedt het KNMI mogelijkheden om de bliksemactiviteit nauwkeuriger in kaart te brengen en na te gaan waar in Nederland de meest actieve onweershaarden voorkomen. Heeft de ene plek meer kans op een blikseminslag dan de andere? Blijven onweersbuien hangen boven de rivieren? Dankzij Météorage hoopt het KNMI binnen een aantal jaren te beschikken over een robuuste klimatologie van blikseminslagen. Het nieuwe bliksemmeetsysteem biedt ook betere mogelijkheden voor onderzoek naar het inslagrisico in Nederland en omgeving in zomer en winter. De gegevens zijn goed te combineren met data die beschikbaar komen van radar en satellieten.

Bron: KNMI
Onweersdagen 2013: 29 | 2014: 39 | 2015: 30 | 2016: 26 | 2017: 17 | 2018: 13 | 2019: 17 | 2020: 10 | Onweersdagen 2021: 0

Powered by EzPortal