Hoe de Aarde werd gemaakt (IJstijd Noord-Amerika)

Topic gezien door 7424 bezoekers
Gestart door Jan van Ooijen, ma 27 feb 2012 - 10:08

Vorige topic - Volgende topic

0 Leden en 1 gast bekijken dit topic.

Jan van Ooijen

Hoe de Aarde werd gemaakt (IJstijd Noord-Amerika)

De Aarde is een unieke planeet. Rusteloos en dynamisch. Continenten schuiven en botsen. Vulkanen barsten uit. Gletsjers groeien aan en smelten af. Titanische krachten zijn continu aan het werk en laten een spoor van geologische mysteries achter. We reizen terug in de tijd en onderzoeken. Geologen ontdekken hoe de temperatuur daalde tot een gemiddelde van -3 graden Celsius het hele jaar door. En hoe een torenhoge muur van ijs een groot deel van Amerika bedekte en hoe het ijs zulke prachtige structuren heeft gecre?erd. Geen ??n kracht heeft zoveel invloed gehad voor het cre?ren van modern Amerika. De dynamische, onstuitbare kracht van ijs. Miljoenen jaren lang hebben ijskappen de bergen onthoofd, rivieren ingedamd en van loop doen veranderen. Maar de invloed van het ijs op Amerika wordt nu pas echt duidelijk nu wetenschappers de gevolgen van de ijstijd bestuderen. Geologen braken zich lang het hoofd over sporen in het gesteente van Noord-Amerika en over losse rotsblokken die verspreid over het landschap liggen. Velen zagen er bewijs in van een grote overstroming in het verleden. Maar in 1847 formuleerde een nieuwe hoogleraar op Harvard een radicale nieuwe theorie. Louis Aggasiz was een geoloog. Hij vergeleek de rotsen in Amerika met de berggletsjers in zijn thuisland Zwitserland.


Geoloog Louis Aggasiz

Aggasiz bouwde verder op z'n idee?n over de Zwitserse Alpen en verklaarde dat Noord-Amerika ooit onder het ijs was begraven. Hij werd wereldberoemd met z'n werk op Harvard. Maar het bewijs voor zijn theorie kwam pas in de jaren 50 toen er bewijzen omhoog kwamen van de Atlantische zeebodem. Die liggen opgeslagen in een gekoeld lab van de universiteit van Miami. Duizenden plastic buizen gunnen ons een blik op de geschiedenis. We kunnen zien wat voor weer het vroeger was op Aarde. Peter Swart van de universiteit van Miami zegt: "Wat je in de ruimte ziet, is de voornaamste informatiebron voor de klimaatsveranderingen van de afgelopen twee miljoen jaar. Ze hebben ons de ogen geopend voor de veranderingen tijdens ijstijden."

De modderkernen werden verzameld door oceanograaf Cesare Emiliani. Hoe dieper hij boorde, hoe verder hij terug ging in de tijd en hoe ouder de monsters die hij bovenhaalde. Peter Swart zegt: "Uit de kernen van diepzeemodder bevinden zich kleine organismen die de temperatuur vastleggen, het zoutgehalte en andere omstandigheden die toen heersten." Die zeewezentjes heten foraminifera. Hun samenstelling varieert afhankelijk van de temperatuur van het water. De foraminifera in de modderlagen legden als thermometers vast hoe warm of koud het was op verschillende momenten in het verleden. Zo bleek de gemiddelde temperatuur twee miljoen jaar geleden in de zuidelijke 48 staten van Amerika 13 graden Celsius te zijn. Iets warmer dan nu dus. Daarna daalde de temperatuur regelmatig langere tijd onder nul. Enorme veranderingen vonden plaats in geologische korte tijdspannes. Binnen 10.000 jaar daalde de gemiddelde jaartemperatuur naar een dieptepunt van -3 graden Celsius. Dat is de gemiddelde wintertemperatuur in Chicago nu.

De wetenschap weet nog niet wat de oorzaak van de daling is. Variaties in de aardbaan of de schuinte van de aardas zijn genoemd als redenen. Maar met de temperaturen onder nul het hele jaar door smolt de sneeuw nooit. Bij een enkele sneeuwstorm kon er ruim 40 miljoen ton sneeuw op het koude land vallen. Door het toenemende gewicht werd de sneeuw tot ijs samengedrukt. De ijstijd was begonnen in Amerika. Een aanwijzing voor wat volgde vinden we in de groeve bij Champain in Illinois. Het normaliter verborgen gesteente komt door ontginning bloot te liggen. Zo kunnen geologen de stenen onderzoeken. Deze stenen in de zanderige wallen zijn cruciale bewijsstukken in de historie van Noord-Amerika in de afgelopen honderdduizenden jaren.



Dit type graniet wat we hier aantreffen vinden we normaliter in Canada, maar is in Illinois beland. Dit is niet uniek. Overal in het noorden zijn stenen op plaatsen beland ver van hun oorsprong. De steen die u hierboven ziet is zo groot als een lift en staat in Central Park, New York. Hij komt oorspronkelijk uit New Jersey. Wetenschapper Brown heeft bedacht hoe zulke grote stenen over zulke afstanden zijn verplaatst. De ijsvlaktes van 2 miljoen jaar geleden schoven als enorme gletsjers over het noordelijk deel van Amerika. "Sommige grote keien werden van de rotsen geplukt en met de gletsjer meegevoerd over honderden kilometers. Als op een lopende band, tot dat ze bijvoorbeeld belandde in New York. Daarna moeten ze uitzoeken hoe ver het ijs is gekomen. Daarvoor gaan ze de lucht in. In het ochtendlicht ziet Brown een opvallend heuveltje in Illinois. Zonder de laag bomen erop verraadt de vorm het geheim van zijn ontstaan. Brown zegt: "Dit glooiende landschap strekt zich zo'n 650 kilometer uit. We kijken hoe het landschap is gevormd om de geschiedenis van de ijstijd te ontrafelen."

Brown heeft een berg aarde ontdekt met stenen erin, een zogenaamde morene. Een morene is een verzameling gletsjerpuin dat is meegesleept en kort voor het afsmelten is neergelegd. In Illinois is de plek waar de gletsjer zijn opmars naar het zuiden stopte. Door heel Amerika zijn de locaties van morenen vastgelegd. Dat helpt bij de bepaling van de omvang van de ijskap. Bijna twee derde van Noord-Amerika lag ooit onder het ijs begraven.



Maar daar hield de chaos van de bevroren wereld niet op. Nu staan geologen voor de vraag hoe het ijs de beroemde natuurmonumenten heeft gecre?erd. Twee miljoen jaar geleden terug daalde de temperatuur. Immense ijskappen bedekten Noord-Amerika als gletsjers. Geologen wilden weten wat het ijs deed met de grond eronder. Overal waar het ijs was geweest vonden ze dezelfde kenmerken. Lijnen met stenen, altijd in dezelfde formaties. Brown zegt: "De stenen en keitjes liggen in een rij van ??n, hooguit twee stenen dik." De steentapijten waren overduidelijk op de bodem van de gletsjer neergelegd. Zelfs de hardste stenen hadden krassen en groeven. Brown zegt: "De gletsjer neemt steenfragmenten mee, bekrast, polijst en maakt groeven in de rotsen." De groeven helpen de geologen te begrijpen hoe de ijstijd Amerika heeft veranderd. Groeven op stenen in andere delen van Amerika lopen in allerlei richtingen. Deze gegroefde rotsen (zie afbeelding hieronder) in Central Park hebben krassen van een gletsjer uit het noordwesten.



Er is maar ??n verklaring voor de verschillende richtingen van het ijs: Ze zijn niet gemaakt door ??n ijskap zoals eerst werd gedacht, maar door vele verschillende. Brown zegt: "Dat terugtrekken en veranderen van het landschap is vele malen gebeurd, niet ??n keer." En waar de gletsjers stroomde, werden de stenen bekrast. Die krassen geven aanwijzingen voor de bewegingen van het ijs. Voor een volledig beeld is een hoop geologisch speurwerk nodig. Brown zegt: "De cyclus van ijsvorming en afsmelting laat vreselijk gecompliceerde sporen na. Het is een uitdaging om te zien hoe de stukken in elkaar passen. Zo veranderde de erosie door gletsjerpuin en het hele aangezicht van het gebied." De gletsjes schoven met circa 60 centimeter per dag over het land en wijzigden de loop van oeroude rivieren. Zelfs de Mississippi was niet immuun voor het ijs. Brown zegt: "De loop van de Mississippi werd verlegd. De rivier liep eerst midden door Illinois." Een gletsjer rukte op door de staat en legde een ijsdam in de loop van de oude rivier. Er ontstond een enorm meer aan de rand. Dit liep over in een nieuw kanaal 130 kilometer naar het westen. Dat is de huidige loop. Toen het ijs smolt en zich terug trok was het effect bijna even groot als toen het oprukte. Er kwam ineens veel smeltwater vrij dat ergens naar toe moest. Er ontstond een heel nieuw landschap met rivierdalen, kanalen naar nieuwe plaatsen. Zo veranderde de aard van het landschap totaal.



Waar het gesteente zacht was of gebarsten cre?erden de oprukkende gletsjers enorme bassins. Toen het smeltwater kwam, vulden die holtes zich met water. Alle meren in Iniana, Illinois en Wisconsin zijn door gletsjers gecre?erd. De grootste ijsbassins werden de Great Lakes (zie afbeelding hierboven). Deze enorme met water gevulde kraters beslaan bijna 23.000 kubieke kilometer. Dat is genoeg water om de staat New York 180 meter onder water te zetten. Maar dat is nog maar een fractie van het smeltwater van de terugtrekkende gletsjers. Bijna 163 kubieke kilometer water. Dat is ruim 100 keer zoveel als al het water in alle rivieren op Aarde. Het stroomde langs de hellingen van de Niagara met 149 miljoen liter per minuut. Dat is anderhalf olympisch zwembad per seconde. Het sneed een kloof van 11 kilometer lang en 55 meter diep uit in 't gesteente. De terugtrekkende gletsjers cre?erden zo ??n van de wonderen van de moderne wereld, de Niagara Falls (zie afbeelding hieronder).



Maar waarom was het ijs zo vaak aangegroeid en afgekalfd? Pas in de jaren '60 werden de eerste bewijzen verzameld. Het leger van Amerika legde bases aan op de meest afgelegen plaatsen. Geologen beseften dat de ijskernen die werden geboord een unieke blik boden op de geschiedenis. Die ijskernen en de vele van daarna zijn opgeslagen in een laboratorium in Denver, het bekende Fort Knox. Jim White, geoloog aan de universiteit van Colorado zegt: "In de buizen die in Fort Knox liggen zit puur goud, wat de gegevens over ons klimaat betreft en wat we de afgelopen 50 jaar te weten zijn gekomen." In de buizen zitten 90 centimeter lange ijsstaven. Elk is uit lagen samengeperste sneeuw geboord. Maar wat er in het ijs zit, is het interessantst voor de wetenschap. Elk jaar valt er sneeuw op de laag van het vorige jaar. Tussen de sneeuwvlokken wordt lucht ingesloten.

Jim White zegt: "IJskernen zijn het enige archief van de atmosfeer in het verleden. In een ijskern zitten kleine belletjes. Daarin zit de zuivere lucht van 100.000 of 1 miljoen jaar geleden. Hoe dieper de ijskern, hoe ouder de lucht erin. Het bevat een temperatuurindicatie en stofsporen die iets zeggen over de luchtstromingen. Dat vormt een archief van de atmosfeer en van broeikasgassen." Elke ijslaag correspondeert met een moment in onze geschiedenis. Door de bellen in ??n laag te analyseren kennen we de samenstelling van de atmosfeer op dat moment. Je moet het zien als een soort boek. Elk jaar komt er een pagina bij en zo wordt de stapel steeds hoger. Dit klimaatarchief toont aan dat het oprukken en terugtrekken van de gletsjers een patroon volgde. De afgelopen ??n miljoen jaar zien we sterke ijsvorming circa elke honderdduizend jaar. Volgens sommigen valt dat samen met variaties in de aardbaan.

Er is meer. Uit White's ijskernen blijkt dat de ijstijden strenger werden naarmate ze langer duurden. Circa 400.000 jaar geleden beleefden we de overgang van een periode met minder ijsvorming naar een met heel veel ijs. Geologen hebben bewijzen voor hoe de strenger wordende ijstijd opvallende kenmerken van het continent heeft gevormd. In Amerika strekten enorme gletsjers zich uit tot aan Illinois. Onderzoekers wilde de dikte ervan bepalen en de invloed van hun gewicht op het continent. De eerste aanwijzing vonden ze in de staat New York op Bear Mountain. Charles Merguerian van de universiteit van Hofstra zegt: "Niemand weet precies hoe dik het ijs was. Op Bear Mountain zijn een reeks gletsjerkrassen te zien als gevolg van de glaciale erosie. De gletsjerkrassen worden gemaakt door grote rotsen onderop een hele dikke gletsjer. De rotsen stootten tegen dit bodemgesteente. Daardoor brak de gletsjer stukken van Bear Mountain" (Zie afbeelding hieronder).



Charles Merguerian ontdekking laat zien hoe dik het ijs was. De ijskap maalde niet om deze berg. De gletsjer is zonder enige moeite over Bear Mountain geschoven. De meeste denken dat de ijskap ruim 1600 meter dik was. De sporen bewijzen dat de ijskap ruim vier keer zo hoog was als het Empire State building. Op basis hiervan kon Charles Merguerian schatten hoeveel ijs er op Noord-Amerika lag. Hij komt op een verbijsterende 71 miljoen kubieke kilometer. Om even het simpel uit te leggen.... Dat zijn 100 miljard ijsblokken van 15 centimeter op elkaar gestapeld. Bij berekeningen van het ijs kwamen ze uit op een onvoorstelbaar groot gewicht, 68 biljard ton aan ijs wat er op het Amerika lag. Dat enorme gewicht be?nvloedde niet alleen Amerika, maar vermomde de hele planeet.

De aardkorst ligt op de mantel. Die bestaat uit gesmolten gesteente dat zich gedraagt als heet plastic. Het gewicht van de ijskap drukte op de landmassa. Tegelijkertijd kwam de kust daardoor gedeeltelijk omhoog. Er blijken andere manieren te zijn waarop het ijs de kustlijnen heeft veranderd die het continent defini?ren zoals we dat nu kennen. Cruciale informatie werd gevonden in Miami op een onwaarschijnlijke plek, een rechtbank. Op een rechtbank in Miami is materiaal gevonden waarmee het is bedekt, namelijk gefossiliseerde koraalriffen. Die kunnen je veel vertellen over het verleden en de toekomst van Florida. De koraalstenen bestaan uit calciumcarbonaat skeletten van kleine zeediertjes sie in ondiep water leven. De stenen die bij de bouw van de rechtbank ik Miami zijn gebruikt zijn uit een oud koraalrif gehakt dat nu 1600 meter van de zee ligt en een heel stuk boven zeeniveau.

Het koraal is gedateerd op circa 130.000 jaar oud. De zeespiegel rond Miami was dus veel hoger dan nu. Toen experts uitzochten waarom de zeespiegel zo hoog was, kwam er nieuwe informatie aan het licht en werd het mysterie nog groter. Duikers vonden bij Miami een koraalrif. Dat koraal groeide 25.000 jaar geleden. Zulke riffen zijn er alleen maar in ondiep water en dus moet de zeespiegel toen veel lager zijn geweest. En dus lag de kustlijn op een totaal andere plek. Onderzoekers hebben vastgesteld dat het wisselende waterpeil de vorm van Amerika heeft veranderd. Jim White zegt: "Als je de omtrek van Noord-Amerika bekijkt zoals we die op school leren, dan hadden we Florida vroeger anders moeten tekenen (hieronder een afbeelding hoe het er toen ongeveer uit zag)."



Toen de zee laag stond 25.000 jaar geleden was Florida drie keer zo groot als nu. Er lag meer land boven water. De veranderingen in de zeespiegel aan de kust stonden in direct verband met de hoeveelheden ijs op het land. Die ontdekking was de sleutel tot het effect van de ijstijd op Noord-Amerika. Water verdampte uit zee en sloeg neer als sneeuw. In de koudere perioden viel er sneeuw die zich vastzette als ijskappen op het land. En omdat er zoveel water vastzat in de vorm van ijs was er niet genoeg voor de zee?n en daalde het waterpeil. Jim White zegt: "Als het koud is, ligt er meer ijs op het land en daalt de zeespiegel als gevolg daarvan. Als het warmer is, ligt er minder ijs en stijgt de zeespiegel. Dat is logisch, want smeltend ijs verdwijnt in de zee."

Het verhaal van het ijs op Noord-Amerika nadert de tegenwoordige tijd. Nu richt het onderzoek zich op de vorst en hoe die de geschiedenis van de mens heeft veranderd. Bij de Paisley-grotten in Oregon worden vondsten bestudeerd. Het bewijs is coproliet, gefossiliseerde uitwerpselen. Dennis Jenkins, archeoloog van de universiteit van Oregon zegt: "De vindplaats in Oregon vinden wij de oudste overblijfselen van mensen in Amerika met DNA erin. Dat duidt op een herkomst uit Siberi? minimaal 14.000 jaar geleden." Nu wordt Noord-Amerika van Siberi? gescheiden door water. Maar de aanwezigheid van mensen uit Siberi? duidt erop dat er 14.000 jaar geleden een landbrug was tussen de twee gebieden. Door al het water dat vastzat in ijs op het land was er minder water in de oceaan. Belangrijker voor Amerika was dat de zich terugtrekkende oceanen de zeebedding tussen Amerika en Siberi? droog lieten vallen. Maar er blijft nog twijfel. De mensen in de Paisley-grotten 14.000 jaar geleden zouden ook per boot kunnen zijn gekomen. Dat werd minder geloofwaardig door het voorwerp wat ze in de grotten aantroffen. Ze vonden een werktuig wat uit een bot van een Camelops was gesneden oftewel de westelijke kameel. (hieronder afbeelding Camelops). Dit dier was de voorouder van de huiskameel met z'n twee bulten, uit Azi?.



Weinigen weten dat het dier in Amerika is ge?volueerd. Dennis Jenkins zegt: "Er zijn hier al 40 miljoen jaar kamelen. Het verrassende is dat de mensen dat niet weten." De oudste kamelenfossielen zijn in South Dakota gevonden en zijn miljoenen jaren ouder dan vondsten elders. Dat bewijst dat de kamelen uit Amerika komen en nooit ergens anders ter wereld leefden. Kamelen konden vermoedelijk niet over zee migreren en zijn over land naar Azi? gegaan. Maar er is nog ??n raadsel. De kamelen zijn 12.000 jaar geleden verdwenen uit Noord-Amerika. We moeten weten waarom. Jenkins zegt: "Aan het eind van de laatste ijstijd is het aantal soorten hier sterk verminderd en op het helle westelijk halfrond. Wat kan dat veroorzaken? Het weer kan zo snel zijn omgeslagen dat ze zich niet konden aanpassen."

In het ijskernlab in Denver onderzoekt Jim White bewijzen dat de ijstijd de kamelen heeft gedood. White zegt: "We hebben ??n fascinerend stuk ijs in ons bezit en tevens ook de belangrijkste. Dit luidde de aha-erlebnis van de klimaatsveranderingen in. Het bewijs is een ijskern die de temperatuur in Noord-Amerika 12.000 jaar geleden heeft vastgelegd. In Amerika werd het ineens een stuk kouder. We hebben ons klimaatboek geopend. Als we vanaf nu terug gaan in de tijd dan is dit pagina 12.000. Vanaf dit moment terug in de tijd was het 1000 jaar koud.Het duidt op een laatste ultra koude fase van de ijstijd. Een nieuwe vriesperio0de voor Amerika. Het gaat om een verandering van 10 graden Celsius in vijftig jaar tijd of veranderingen van een graad per jaar en dat jaren lang." Dat is een serieuze temperatuurdaling op jaarbasis. Dat is het verschil in klimaat tussen Miami en Montreal. De "Big Chill" sloeg snel toe. Van mild naar bevroren in minder dan een eeuw. En het duurde bijna 1600 jaar. De vorstperiode was zo streng dat de kamelen het loodje legden alsmede mammoeten en andere grote dieren. Het was een klimaatachtbaan die uitermate zwaar was voor de planten en dieren van die tijd. Deze laatste Big Chill van de ijstijd eindigde 10.000 jaar geleden. Het was de laatste keer dat de ijskap oprukte op het continent.



Nu wordt onderzocht hoe het einde van de Big Chill het begin van de huidige warme periode markeerde en hoe het einde van de ijstijd alsnog steden kan treffen. In diverse vorstperiodes over 2 miljoen jaar schoven enorme ijskappen over Noord-Amerika. Het ijsverpletterde en overspoelde het land. Zo ontstonden de beroemde natuurmonumenten van Amerika. De Great Lakes, de machtige Mississippi en de majestueuze Niagara Falls werden gecree?rd door de oprukkende en later afkalvende gletsjers. De afgelopen 10.000 jaar stijgt de temperatuur op Aarde. Het afsmelten van het ijs heeft duidelijke effecten. Het ijs veranderde de omstandigheden en de manier waarop we in het landschap leven. We halen ons drinkwater eruit en onze rijke bodem is het gevolg ervan. Hier (Noord-Amerika) vind je de meest productieve landbouwgrond ter wereld. De miljarden dollars aan productiviteit ui9t de landbouw zijn het gevolg van de ijstijd. Tijdens de laatste ijstijd waren grote delen van Amerika bedekt met ijs, zoals u al eerder hebt kunnen lezen. Nu bedekt het nog slechts 75 vierkante kilometer. Amerika's slinkende ijs is een kostbaar goed. Alleen al in de staat Washington zorgen gletsjers elke zomer voor 1.8 biljoen liter drinkwater. Maar tegen een prijs.


Montana gletsjer in 1940 en in 2004

Door het smeltende ijs stijgt het waterpeil elke eeuw 30 centimeter en dat gaat steeds sneller. Mariene biologen zien de gevolgen van de stijging met eigen ogen. Koraaldiertjes bouwen steden, vergelijkbaar met de onze. Het koraal verplaatst zich met de zeespiegel. Wanneer dat daalt, volgt het koraal. Wanneer het stijgt net zo. We moeten onszelf de vraag stellen nu het waterpeil stijgt of onze steden zich ook moeten aanpassen, net zoals het koraal. Op dit moment is tien procent van het landoppervlak, circa 15,5 miljoen vierkante kilometer bedekt met gletsjers. Maar die smelten snel. Als het opwarmen zo doorgaat zijn alle gletsjers in het Glacier-park in Montana gesmolten in 2030. De langste gletsjer in Noord-Amerika is de Berling-gletsjer in Alaska. Hij is 210 kilometer lang en 16 kilometer breed en bestaat uit massief ijs van 800 meter dik. De afgelopen 20 jaar is het ijs dunner geworden. Bijna 180 meter dunner waar de gletsjer in zee uitmondt. Er smelt zoveel ijs dat er elk jaar minstens 29 kubieke kilometer water vrij komt. Dat is twee keer zoveel als de hele Coloradoriver bevat. Het Noordpoolijs is gekrompen 100 miljoen hectare. Dat is net zo groot als Texas en Nieuw Mexico samen. Als het ijs in dit tempo blijft smelten verandert de kustlijn van Amerika opnieuw. In Florida zou er ruim 1,6 miljoen hectare aan land verloren gaan waar in 2010 nog zo'n 1.5 miljoen mensen wonen.


Florida in het jaar 2200

Bij de huidige zeespiegelstijging zou de kust van Florida in 2200 er zo uit kunnen zien (zie afbeelding hierboven). In Miami (Ocean Drive) is dan wellicht een zeestraat geworden. De zeespiegel is dan weer op het peil van 130.000 jaar geleden. Geologen hebben het bewijs dat de kracht van het ijs cruciaal is geweest in het ontstaan van Noord-Amerika. Maar dat proces is nog niet ten einde. Terwijl het ijs smelt wordt er land zichtbaar dat soms miljoenen jaren was bedekt. Dat bewijst dat de Aarde nooit in rust is.

Kort samengevat:
*Piepkleine organismen in modder fungeerden als thermometers en legden het begin van de ijstijd vast.

*Moreneheuvels bewijzen dat de gletsjers ver genoeg kwamen om tweederde van het continent met ijs te bedekken.

*Gletsjerkrassen in gesteente op een berg in de staat New York laten zien dat het ijs ruim 1600 meter dik was.

*En oude koraalriffen bewijzen dat het zeeniveau vaak veranderde in de 2 miljoen jaar durende ijstijd.


? Meteo-Service, op dit artikel berust copyright
Informatiebron History channel


Enjoy the weather, it's the only weather you've got!

GekkeLeo


Sven

Citaat van: GekkeLeo op ma 27 feb 2012 - 15:42
Interssant stukje :)

Zeker! Leuk om dit te zien op discovery, en ook hoe het er in de verre toekomst weer uit zal gaan zien.
Onweersdagen 2012: 42 | 2013: 33 | 2014: 45 | 2015: 40 | 2016: 31 | 2017: 9 Laatste onweer 30-05-2017 01:47 

Wouter Pringels


Marcel

Met vriendelijke groet,
Marcel  Mijn hobbypagina: https://www.flickr.com/photos/marcelwestland/

Eifel

Dit was een zeer interessant stukje om te lezen. En toch ook weer wat bij geleerd.

Jelte

Interessant stuk!
Wat ik me altijd afvraag is het volgende: bij het lezen van ijskernen gaan ze er altijd vanuit dat elk jaar de sneeuw netjes bovenop het volgende jaar is gevallen. Om de vergelijking in het artikel aan te halen: elk jaar een pagina van het boek erbij.
Maar die pagina's zijn niet genummerd.
Als ik nou van die stapel pagina's een flink stuk er tussenuit haal, hoe weet iemand dan welke bladzijden missen?
Ik bedoel: we kunnen zien dat er ijstijden zijn geweest, omdat er toen netjes elk jaar een pagina bij kwam. Een laagje ijs. Maar stel dat er nou ook zeer warme periodes zijn geweest waarin gewoon een aantal pagina's (laagjes ijs) weer weg smolten, hoe weten we dan dat die pagina's missen? Volgens mij gaan ze er vanuit dat het niet mogelijk is dat op die plekken zaken ook weer kunnen wegsmelten in warme periodes. Maar is dat wel een aanname die we kunnen maken?

Ongetwijfeld ben ik niet de eerste die zich dit afvraagt. Benieuwd of daar ook antwoorden op zijn.

Shadow112

Datering

Om verder onderzoek mogelijk te maken is het belangrijk het ijs correct te dateren. Het dateren kan op verschillende manieren:

Door middel van radioactieve isotopen, zoals C14. Dit heeft als beperking dat ijs ouder dan 40.000 jaar in principe niet gedateerd kan worden.

Door het tellen van de jaarlijkse gelaagdheid in het ijs. Deze lagen zijn vergelijkbaar met boomringen en vormen eveneens onder de invloed van seizoenen. Nadeel hiervan is dat in gebieden met weinig sneeuwval (zoals centraal Antarctica) de laagjes erg dun zijn en daardoor lastig van elkaar te onderscheiden. Ook wordt de gelaagdheid minder duidelijk op grotere dieptes als gevolg van compactie en deformatie.

Tevens is het mogelijk vulkanische aslaagjes (tefra) die zich in het ijs bevinden te gebruiken. Van de as kan worden vastgesteld bij welke eruptie het is vrijgekomen. Van de meeste erupties is de ouderdom bekend en zo kunnen dus ook de laagjes in het ijs gedateerd worden.

Tenslotte worden ook ijsstroommodellen gebruikt. Dit is vooral van toepassing op de oudere delen van een ijskern, waar de bovenstaande methodes in de praktijk vaak problematisch blijken. Dit zijn complexe modellen waarvoor eerst de interne dynamica van de ijskap goed bekend moet zijn en waarmee een schatting kan worden gemaakt van de ouderdom van ijs op een bepaalde diepte.

Enkele methodes die voor de verdere analyse van het ijs kunnen worden gebruikt:
Analyse van de gassamenstelling van luchtbelletjes ingesloten in het ijs. Dit is vaak met name gericht op de concentraties CO2 en CH4.
Zuurstofisotopen-analyse van het ijs.

Bron Wiki

Powered by EzPortal